In Nederland blijft het vertrouwen in kunstmatige intelligentie (AI) opvallend laag. Uit recent onderzoek van KPMG blijkt dat slechts 29 procent van de Nederlanders bereid is AI te vertrouwen, wat betekent dat 71 procent twijfels heeft of helemaal geen vertrouwen heeft. Dit plaatst Nederland, op Japan na, als het laagste land in termen van AI-acceptatie. Ondanks dit gebrek aan vertrouwen, erkennen veel Nederlanders de voordelen die AI kan bieden, hoewel minder dan de helft van de bevolking gelooft dat deze voordelen zwaarder wegen dan de risico’s.
Lage acceptatie en begrip van AI
Uit het onderzoek blijkt dat bijna de helft (46 procent) van de Nederlanders een lage acceptatie van AI vertoont. Wat echter opvalt, is dat Nederlanders over het algemeen geen sterke emoties tonen tegenover AI. Hoewel 48 procent optimistisch is over AI, geeft slechts een klein deel (30-39 procent) aan angst of zorgen te hebben. Dit suggereert dat er mogelijk een gebrek aan bewustwording is over de impact van AI, aangezien 69 procent aangeeft weinig begrip te hebben van wat AI precies is en waar het wordt toegepast. Nederland scoort daarmee laag in vergelijking met andere westerse landen, waar het bewustzijn en begrip van AI over het algemeen hoger ligt.
Verantwoordelijke AI: balans tussen voordelen en risico’s
Ondanks het lage vertrouwen in AI, gelooft 78 procent van de Nederlanders dat AI voordelen kan bieden voor de samenleving. Denk hierbij aan verbeterde gezondheidszorg, efficiëntere processen in bedrijven en nieuwe mogelijkheden voor innovatie. Toch zijn er ook zorgen over de risico’s. Zo is 68 procent bezorgd over de gevaren van AI, zoals cybersecurity (83 procent) en verlies van privacy (73 procent). Dit zijn de twee grootste zorgen die Nederlanders delen, al liggen deze percentages lager dan in veel andere westerse landen.
Het feit dat slechts 40 procent van de bevolking denkt dat de voordelen van AI de risico’s overstijgen, wijst op een aanzienlijke kloof tussen het potentieel van AI en de perceptie ervan. Deze kloof benadrukt de noodzaak van meer voorlichting en transparantie over AI-toepassingen.
Vertrouwen in de ontwikkelaars van AI
Wanneer het gaat om wie het vertrouwen verdient om AI te ontwikkelen en te reguleren, geven Nederlanders de voorkeur aan universiteiten, internationale onderzoeksorganisaties en defensie-instellingen. Deze groepen genieten een hoog tot matig vertrouwen (85-92 procent). Aan de andere kant hebben commerciële organisaties en de overheid minder vertrouwen van de Nederlanders: 37 procent heeft weinig of geen vertrouwen in commerciële partijen, terwijl 31 procent zich zorgen maakt over de rol van de overheid.
AI in de werkplek: onzekerheid en voorzichtigheid
AI roept ook veel vragen op over de toekomst van werk. Hoewel 37 procent bereid is AI op het werk te vertrouwen, denkt 52 procent dat AI meer banen zal elimineren dan creëren. Het is duidelijk dat Nederlanders onzeker zijn over de invloed van AI op de arbeidsmarkt, met 63 procent die aangeeft dat de impact van AI op de samenleving onzeker en onvoorspelbaar is. Dit benadrukt het belang van een goed gereguleerde en gecontroleerde implementatie van AI in werkprocessen.
Regels en regelingen: de weg naar vertrouwen
Er is een brede consensus onder Nederlanders dat AI regulering noodzakelijk is. Maar liefst 78 procent vindt dat AI gereguleerd moet worden, en de voorkeur gaat uit naar regulering door de overheid of bestaande toezichthouders (74 procent). Dit toont aan dat hoewel er wantrouwen bestaat tegenover AI, er wel vertrouwen is in de mogelijkheid van de overheid en andere instellingen om de juiste kaders te scheppen. Echter, slechts 32 procent gelooft dat de huidige regelgeving voldoende is om AI veilig te maken.
Een gebrek aan kennis en bewustwording
Eén van de opvallendste bevindingen is dat 80 procent van de Nederlanders aangeeft geïnteresseerd te zijn om meer te leren over AI, ondanks hun lage kennisniveau. Slechts 58 procent maakt gebruik van veelvoorkomende toepassingen met AI, en minder dan de helft (47 procent) is zich bewust van het feit dat AI in deze toepassingen wordt gebruikt. Dit wijst op een groot potentieel voor educatie en voorlichting om de kloof tussen het gebruik van AI en het begrip ervan te dichten.
Conclusie: de toekomst van AI in Nederland
Het gebrek aan vertrouwen en begrip rondom AI vormt een uitdaging voor Nederland. Terwijl het optimisme over de voordelen van AI aanwezig is, blijft er een significante behoefte aan educatie, regulering en transparantie om het vertrouwen in AI te vergroten. Door in te zetten op verantwoordelijke AI, sterke regelgeving en voorlichting, kan Nederland een toekomst creëren waarin de bevolking niet alleen de voordelen van AI omarmt, maar ook vertrouwen heeft in de veiligheid en ethiek van deze technologie.
De vraag blijft: hoe kunnen we het vertrouwen in AI vergroten en Nederland voorbereiden op een toekomst waarin AI een steeds grotere rol zal spelen?